Lpdoelen

Het aanschouwelijkheidsprincipe
Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van de waarneming door zintuigen. Waar aanschouwelijk materiaal ingeschakeld kan worden is dat altijd te verkiezen boven verbalisme, ook als het meer tijd vergt. 
Bovenaan staan de concrete waarnemingen. Daaronder de audio-visuele waarnemingen (film, geluidsband, …) al dan niet versterkt door eigen ervaringen van leerlingen. Daaronder de afbeelding (foto, tekening,..). Het zuiver verbaal aanbieden van nieuwe begrippen heeft meestal geen zin, zeker niet in de eerste leerjaren.



Het beperkings- en geleidelijkheidsprincipe
Het beperkingsprincipe houdt in dat de doelen zowel voor het geheel als voor de ene les, volgens adequate criteria moeten beperkt worden. We kunnen nooit “alles” behandelen. Het beperkingsprincipe staat centraal in de exemplarische methode, dit is een onderwijsmethode waarbij aan de hand van geselecteerde leerstof- onderdelen basisbegrippen, relaties, structuren en methodes worden aangeleerd. Deze onderdelen worden bestudeerd als voorbeeld voor een serie analoge, niet nader bestudeerde leerstofonderdelen. Het geleidelijkheidsprincipe wijst erop dat de geselecteerde doelen geleidelijk nagestreefd worden

.
Het herhalingsprincipe
Herhalen van leerstof en van ingeoefende vaardigheden zijn essentieel. Dit kan door herhalingslessen in te passen, maar ook door in de lessen herhalingsmomenten te voorzien, door sommige zaken te herhalen in andere contexten, maar ook door in een les zelf meermaalsen in gevarieerde vorm een item te herhalen. We gaan er dikwijls te snel vanuit dat leerlingen iets beheersen. Er is te weinig ingeoefend en waarschijnlijk in te weinig verschillende situaties. Gespreide herhalingen zijn beter dan één lange oefentijd. Zorg ook voor variatie in de herhaling




Het motivatieprincipe
Leerlingen zullen sneller en grondiger leren wanneer zij gemotiveerd zijn om iets te leren. Die motivatie legt de basis voor een succesvol leerproces. Motivatie kan van “buitenaf” komen. We spreken dan van extrinsieke motivatie. Voorbeelden zijn : goede punten behalen, de waardering van ouders en leerkrachten, scoren bij de vriendjes, een beloning enz. Motivatie kan van “binnenuit” komen. We spreken vanintrinsieke motivatie. De kinderen willen iets leren of inoefenen omdat ze dat zelf willen. Intrinsieke motivatie geeft veel betere resultatendan extrinsieke. Het is evenwel niet zo dat extrinsieke motivatie moet vermeden worden. Motivering van buitenaf helpt soms wel, maar het is zinloos het hele leerproces daarop te baseren.


Mijn website voor de leerlingen is gemaakt rond deze didactische principes. De leerlingen kunnen de website gebruiken ter opfrissing, voor ze een nieuwe les krijgen. Maar ook als herhaling van een reeds geziene les. De site kan ook nuttig zijn wanneer de leerlingen een taak meekrijgen naar huis. Ze kunnen er op kijken om inspiratie op te doen en zo naar nuttige sites surfen.

Met deze site wordt ook een mogelijkheid gemaakt voor de ouders, vrienden,... om te zien waar de leerlingen in de lessen plastische opvoeding rond werken.

Didactische werkvormen:
Aanbiedende werkvormen:
illustratieve demonstratie
Ik toon aan hoe iets ineen zit. Dit zal zich toespitsen op het kijkgedrag van de leerlingen. Hierbij maak ik gebruik van foto's en video's. Dus illustreer ik een uiteenzetting.

Individualiserende werkvormen:
Oefening
Omvat opdrachten en taken die tot doel hebben de geziene leerstof te oefenen. En dit individueel, wanneer de leerling het wil, door gebruik te maken van het web.

Onderwijsstrategieën:
Huiswerk
Omvat het geheel van studieopdrachten en taken die de leerlingen persoonlijk uitoefenen en uitvoeren buiten de schooluren. En dit om een creatieve neerslag te maken en aan te tonen aan de leerkracht of de leerling de lessen en inhoud in zich heeft opgenomen.


Leerplandoelen:

 LEERPLANDOELSTELLINGEN

 Beeldende materie – materiaal –materieel – technieken

 6 kan onder begeleiding “beeldende materie – materiaal”  onderzoeken
in opdrachten.

   LEERINHOUDEN
 • beeldende materie - materiaal
 • mogelijk zijn o.a.: grafiet, houtskool, inkt, krijt, verf, papier,…
 • materieweergave (bvb water, glas, metaal…)
 • manipulatie van materie
 • digitale beeldvorming

  LEERPLANDOELSTELLINGEN
 Impact

8 Kan onder begeleiding kunst beleven

  LEERINHOUDEN
 • actuele kunst en kunst in de actualiteit
 • Europese kunst (bvb uit Scandinavië)
 • Niet-Europese kunst (bvb uit Azië)

  LEERPLANDOELSTELLINGEN
9 a) kan eigen werk en dat van anderen bespreken.
b) weet hoe een eigen mening in verband met beelden (bvb.
beeldend kunstwerk, interieur, architectuur, reclamedrukwerk...)
te formuleren. (u)

  LEERINHOUDEN
 • verwoorden
 • bestuderen
 • analyseren
 • motiveren

   LEERPLANDOELSTELLINGEN
12 a) kan onder begeleiding gericht en ontledend kijken, actief zien,
observeren en in zich opnemen.

  LEERINHOUDEN
 • waarneming bvb. punt, lijn, structuur - vlakken, vormen -
licht, kleur, schaduw - maten, verhoudingen - ruimte, perspectief)
en
 • zien bvb. observatievermogen - actief zien - in zich opnemen
- zichtbaar maken van waargenomen werkelijkheid)
 • meten, maten en verhoudingen

    LEERPLANDOELSTELLINGEN
14 kan zich documenteren via raadpleging en via diverse informatiebronnen.

  LEERINHOUDEN
 • documenteren
 • kranten
 • tijdschriften
 • kunstuitgaven
 • internet, ICT